Een incorrect afgestelde extruder kan voor allerlei problemen zorgen, als het effect niet overduidelijk is zoals hiernaast, merk je het vooral in de afwijking qua pasvorm. Geprinte onderdelen passen niet lekker in elkaar, gaten voor bijvoorbeeld lagers zijn te groot of juist te klein. Of Print In Place designs zijn zo versmolten met elkaar dat de scharnierende delen vast zitten.
Als je hier last van hebt, is het zaak om je extruder dus te controleren en eventueel te kalibreren.
We gaan in de onderstaande uitleg er vanuit dat je Marlin firmware gebruikt. Bij andere firmware zal je aan het einde andere commando’s moeten toepassen.
Benodigdheden
Je hebt gelukkig niet veel dingen nodig om je extruder te kalibreren. De de volgende dingen heb je hiervoor nodig:
- Jouw 3D printer
- Een non-flexible filament
- Schuifmaat
- Merkstift
Gebruik als filament het liefst een kleur waarop ook daadwerkelijk de merkstift zichtbaar is. Bijvoorbeeld zwart filament met een zwarte merkstift, gaat natuurlijk niet fijn werken.
Filament laden
Het eerste wat je moet doen om te beginnen is je nozzle op temperatuur brengen, het temperatuur setpoint hangt natuurlijk af van het filament wat je gebruikt. Hiervoor kun je de fabrikant raadplegen, maar vaak staat het ook op de zijkant van de rol. Terwijl de nozzle aan het opwarmen is, kun je ondertussen het filament laden via de extruder, totdat het geheel tot in het hotend geladen is.
Filament markeren
We gaan straks de extruder 100mm laten voeren naar je hotend, en dan kan het voorkomen dat de extruder meer door de nozzle heen duwt dan dat we eigenlijk willen.
Hier moeten we dus rekening mee houden, meet hierom iets meer af, 120mm is dan een mooie lengte.
Meet vanaf de ingang van de extruder 120mm af met de schuifmaat en probeer hier zo secuur mogelijk mee te zijn.
Start de extrusie
Je kunt de extrusie commando doen op de printer, als deze een scherm heeft. Maar met een pakket zoals Octoprint, Pronterface, Mainsail of Fluidd, kun je via het console ook het volgende g-code commando geven:
G1 E100 F100
Dit commando zal jouw machine interpreteren als Extrudeer 100mm met een Feedrate (snelheid) van 100mm/minuut. Deze lage snelheid is expres omdat je dan de minste kans hebt op overmatige drukopbouw in het hotend en slippen van de extruder veroorzaakt en je daardoor een afwijking krijgt in de testresultaten.
Resultaat meten
Meet nu met de schuifmaat vanaf de extruder tot aan de markering op het filament, werk ook hier weer zo nauwkeurig mogelijk.
Als je nu 20mm meet, is je extruder naar behoren gekalibreerd.
Meet je nu meer als 20mm, dan heb je zeer waarschijnlijk last van onder extrusie. Dan moet je de steps/mm verhogen.
En meet je minder als 20mm, dan heb je last van over extrusie. Dan moet je de steps/mm verlagen.
De correcte steps/mm berekenen
Om nu de nieuwe waarde te bepalen voor je extruder, moeten we een klein beetje rekenen. En we hebben daar een aantal metingen voor nodig, welke we hiervoor hebben gedaan.
We moeten wel nog de huidige steps/mm weten die ingesteld staat. Met deze waarde in combinatie met de metingen gaan we dan een nieuwe correcte waarde berekenen.
Ook hier kun je het makkelijkst een console gebruiken van de voorbeelden hierboven. Gebruik hiervoor het commando:
M503
Door dit commando geeft je machine een antwoord waarin een aantal waarden van instellingen staan. Zoek in dit antwoord de regel waarin het volgende staat:
echo: M92
De E waarde volgt over het algemeen aan het einde van die regel, dit zijn de huidig ingestelde steps/mm. Schrijf deze meteen even op.
Nu kunnen we de nieuwe waarde berekenen. We gaan hiervoor eerst de daadwerkelijke extrusie afstand berekenen:
[Daadwerkelijke extrusie lengte] = 120 – [lengte tussen extruder en markering na extrusie]
Vervolgens moeten we weten hoeveel stappen de extruder gemaakt heeft om die lengte te extruderen. Dit kun je berekenen door de huidige steps/mm waarde te vermenigvuldigen met de lengte die we wilden extruderen.
[gemaakte stappen] = [Huidige steps/mm] x 100
Als we dit aantal gemaakte stappen nu delen met de daadwerkelijke extrusie lengte, hierdoor krijgen we de nieuwe correcte steps/mm
[correcte steps/mm] = [Gemaakte stappen] / [Daadwerkelijke extrusie lengte]
Nu hoef je alleen nog maar de nieuwe waarde in de printer te zetten.
Nieuwe waarde instellen en opslaan
Om de nieuwe steps/mm in te stellen, gaan we via het console het volgende commando geven:
M92 E[correcte steps/mm]
Vervang hier natuurlijk de text inclusief de brackets met de berekende waarde. De instellingen kun je vervolgens opslaan in het geheugen van je machine met het commando:
M500
Het beste om nu nog even te doen is je printer herstarten door deze uit en weer aan te zetten, dan ben je er zeker van dat de waarde ingeladen is vanuit het geheugen. Geef opnieuw het commando:
M503
Controleer of de nieuwe waarde nu in dit lijstje voorkomt. Zo niet voer dan de laatste stappen opnieuw uit.
Als allerlaatste controle meet dan opnieuw 120mm en voer dan de 100mm extrusie opnieuw uit en meet na of je machine nu goed staat.